Fiscaal interessant: de buitenlandse dagvergoeding

Fiscaal interessant: de buitenlandse dagvergoeding

Bij buitenlandse zakenreizen komt heel wat administratie kijken. Vaak stapelen kleine onkosten zich snel op: een koffie drinken, een taxi betalen, eten kopen, een fooi geven…In plaats van al die ticketjes apart in te dienen bij de belastingen, is het handiger en fiscaal interessant om alle onkosten voor een zakenreis te bundelen in een forfaitaire buitenlandse dagvergoeding. Je kan die forfaitaire dagvergoeding toekennen aan medewerkers of aan jezelf als zaakvoerder. De reizende medewerker betaalt geen belastingen op deze buitenlandse dagvergoeding en voor de vennootschap is dit 100% aftrekbaar.

De buitenlandse dagvergoeding is toegestaan voor zakenreizen die minstens tien uur duren en waarbij je maximaal dertig dagen in hetzelfde land blijft. De fiscus bepaalt hoeveel de vergoeding mag bedragen, afhankelijk van de duur van de zakenreis. Minder dan dertig dagen in hetzelfde land wordt als een kort verblijf beschouwd, bij alles daarboven gaat het over een lang verblijf. In dat laatste geval kan je niet werken met een buitenlandse dagvergoeding.

Ook voor dienstreizen met vertrek en terugkeer op dezelfde dag kan je een forfaitaire vergoeding geven. De reis moet wel minstens tien uur duren. Als dat niet het geval is, kan je de onkosten terugbetalen via een onkostennota.

Welke kosten vallen onder een buitenlandse dagvergoeding?

Het forfait omvat alle noodzakelijke kleine verbruikskosten die je maakt in het buitenland, met uitzondering van hotel- en reiskosten. Dus: maaltijden, dranken, kleine uitgaven zoals je plaatselijk vervoer, kleine snacks, lokale telefoongesprekken en fooien.

Als je bepaalde maaltijden toch via een aparte onkostennota terugbetaalt, dan moet je die wel van het forfait aftrekken, waardoor de dagvergoeding als volgt verlaagt:

  • Aparte onkostennota voor het ontbijt: -15% van de forfaitaire dagvergoeding
  • Aparte onkostennota voor het middagmaal: -35% van de forfaitaire dagvergoeding
  • Aparte onkostennota voor het avondmaal: -45% van de forfaitaire dagvergoeding
  • Aparte onkostennota voor kleine uitgaven: -5% van de forfaitaire dagvergoeding

Hoeveel bedraagt een forfaitaire buitenlandse dagvergoeding?

De bedragen verschillen van land tot land. De fiscus heeft per land een forfait bepaald dat de kosten van een gemiddelde dag zou moeten dekken. Hieronder vind je per locatie een overzicht van de totale dagvergoeding buitenland.

Dagvergoeding buitenland

Land: dagelijkse forfaitaire vergoeding

  • Afghanistan: 72 euro
  • Albanië: 96 euro
  • Algerije: 105 euro
  • Amerikaans-Samoa: 37 euro
  • Andorra: 93 euro
  • Angola: 105 euro
  • Anguilla: 105 euro
  • Antigua: 100 euro
  • Argentinië: 99 euro
  • Armenië: 71 euro
  • Aruba: 86 euro
  • Australië: 105 euro
  • Azerbeidzjan: 105 euro
  • Bahama’s: 86 euro
  • Bahrein: 89 euro
  • Bangladesh: 79 euro
  • Barbados: 83 euro
  • Barbuda: 41 euro
  • Belize: 55 euro
  • Benin: 94 euro
  • Bermuda: 66 euro
  • Bhutan: 38 euro
  • Bolivia: 43 euro
  • Bosnië-Herzegovina: 48 euro
  • Botswana: 41 euro
  • Brazilië: 53 euro
  • Britse Maagdeneilanden: 94 euro
  • Brunei: 70 euro
  • Bulgarije: 58 euro
  • Burkina Faso: 80 euro
  • Burundi: 58 euro
  • Cambodja: 58 euro
  • Canada: 105 euro
  • Canarische Eilanden: 90 euro
  • Centraal-Afrikaanse Republiek: 68 euro
  • Chili: 68 euro
  • China: 83 euro
  • China, Hong Kong: 101 euro
  • China, Macau: 72 euro
  • Colombia: 63 euro
  • Comoren: 53 euro
  • Congo: 105 euro
  • Congo, Democratische Republiek: 105 euro
  • Cookeilanden: 50 euro
  • Costa Rica: 73 euro
  • Cuba: 60 euro
  • Cyprus: 93 euro
  • Denemarken: 105 euro
  • Djibouti: 105 euro
  • Dominica: 86 euro
  • Dominicaanse Republiek: 60 euro
  • Duitsland: 93 euro
  • Ecuador: 79 euro
  • Egypte: 86 euro
  • El Salvador: 73 euro
  • Equatoriaal-Guinea: 78 euro
  • Eritrea: 68 euro
  • Estland: 71 euro
  • Ethiopië: 90 euro
  • Fiji: 74 euro
  • Filipijnen: 67 euro
  • Finland: 104 euro
  • Frankrijk: 95 euro
  • Frans-Guyana: 105 euro
  • Frans-Polynesië: 105 euro
  • Gabon: 105 euro
  • Gambia: 74 euro
  • Georgië: 105 euro
  • Ghana: 64 euro
  • Gibraltar: 90 euro
  • Griekenland: 82 euro
  • Groenland: 105 euro
  • Grenada: 105 euro
  • Guadeloupe: 99 euro
  • Guam: 56 euro
  • Guatemala: 73 euro
  • Guinea: 73 euro
  • Guinee-Bissau: 78 euro
  • Guyana: 86 euro
  • Haïti: 96 euro
  • Honduras: 53 euro
  • Hongarije: 72 euro
  • Ierland: 104 euro
  • IJsland: 81 euro
  • India: 105 euro
  • Indonesië: 53 euro
  • Iran: 56 euro
  • Irak: 48 euro
  • Israël: 105 euro
  • Italië: 95 euro
  • Ivoorkust: 105 euro
  • Jamaica: 61 euro
  • Japan: 105 euro
  • Kaaimaneilanden: 86 euro
  • Jordanië: 82 euro
  • Kaapverdië: 105 euro
  • Kameroen: 92 euro
  • Kazachstan: 105 euro
  • Kenia: 88 euro
  • Kirgizië: 105 euro
  • Kiribati: 71 euro
  • Korea, Democratische Republiek (Noord-Korea): 64 euro
  • Korea, Republiek (Zuid-Korea): 105 euro
  • Kosovo: 72 euro
  • Kroatië: 105 euro
  • Koeweit: 101 euro
  • Laos: 43 euro
  • Letland: 66 euro
  • Libanon: 85 euro
  • Lesotho: 35 euro
  • Liberia: 88 euro
  • Libië: 64 euro
  • Liechtenstein: 105 euro
  • Litouwen: 68 euro
  • Luxemburg: 92 euro
  • Maagdeneilanden (V.S.): 97 euro
  • Macedonië: 59 euro
  • Madagaskar: 84 euro
  • Malawi: 68 euro
  • Malediven: 38 euro
  • Maleisië: 56 euro
  • Mali: 105 euro
  • Malta: 90 euro
  • Marokko: 105 euro
  • Marshall Eilanden: 74 euro
  • Martinique: 99 euro
  • Mauritanië: 70 euro
  • Mauritius: 74 euro
  • Mexico: 105 euro
  • Micronesië, Federale Staten: 80 euro
  • Moldavië: 79 euro
  • Monaco: 105 euro
  • Mongolië: 51 euro
  • Montenegro: 64 euro
  • Montserrat: 74 euro
  • Mozambique: 70 euro
  • Myanmar: 31 euro
  • Namibië: 56 euro
  • Nauru: 53 euro
  • Nederland: 93 euro
  • Nederlandse Antillen: 95 euro
  • Nepal: 38 euro
  • Nieuw-Caledonië: 105 euro
  • Nieuw-Zeeland: 75 euro
  • Nicaragua: 50 euro
  • Niger: 70 euro
  • Nigeria: 105 euro
  • Niue: 41 euro
  • Noordelijke Marianen: 53 euro
  • Noorwegen: 99 euro
  • Oeganda: 69 euro
  • Oekraïne: 105 euro
  • Oezbekistan: 90 euro
  • Oman: 105 euro
  • Oostenrijk: 95 euro
  • Oost-Timor: 38 euro
  • Pakistan: 52 euro
  • Palau: 88 euro
  • Panama: 73 euro
  • Papoea-Nieuw-Guinea: 67 euro
  • Paraguay: 57 euro
  • Peru: 86 euro
  • Polen: 72 euro
  • Portugal: 84 euro
  • Puerto Rico: 105 euro
  • Qatar: 105 euro
  • Réunion: 99 euro
  • Roemenië: 52 euro
  • Rusland: 105 euro
  • Rwanda: 59 euro
  • Saint Kitts en Nevis: 98 euro
  • Samoa: 59 euro
  • San Marino: 99 euro
  • Sao Tomé en Principe: 53 euro
  • Saudi-Arabië: 90 euro
  • Senegal: 85 euro
  • Servië: 105 euro
  • Seychellen: 80 euro
  • Sierra Leone: 88 euro
  • Singapore: 105 euro
  • Slovakije: 80 euro
  • Slovenië: 70 euro
  • Solomon Eilanden: 58 euro
  • Somalië: 22 euro
  • Spanje: 87 euro
  • Sri Lanka: 38 euro
  • St. Lucia: 93 euro
  • St. Vincent en de Grenadines: 105 euro
  • Sudan: 96 euro
  • Suriname: 48 euro
  • Swaziland: 53 euro
  • Syrië: 105 euro
  • Tadzjikistan: 53 euro
  • Taiwan: 105 euro
  • Tanzania: 62 euro
  • Thailand: 90 euro
  • Togo: 90 euro
  • Tokelau: 20 euro
  • Tonga: 72 euro
  • Trinidad en Tobago: 96 euro
  • Tsjaad: 88 euro
  • Tsjechische Republiek: 75 euro
  • Tunesië: 67 euro
  • Turkije: 75 euro
  • Turkmenistan: 96 euro
  • Turks- en Caicoseilanden: 75 euro
  • Tuvalu: 44 euro
  • Uruguay: 59 euro
  • Vanuatu: 105 euro
  • Venezuela: 96 euro
  • Verenigde Arabische Emiraten: 105 euro
  • Verenigde Staten: 105 euro
  • Verenigd Koninkrijk: 101 euro
  • Vietnam: 49 euro
  • Wallis en Futuna: 89 euro
  • Westelijke Jordaanoever en Gazastrook: 54 euro
  • Wit-Rusland: 90 euro
  • Yemen: 67 euro
  • Zambia: 56 euro
  • Zimbabwe: 96 euro
  • Zuid-Afrika: 43 euro
  • Zuid-Soedan: 96 euro
  • Zweden: 97 euro
  • Zwitserland: 105 euro